top of page
Post: Blog2 Post

Ignacio Valle Muñoz, Spaans Verkeersbureau

Bijgewerkt op: 18 jun

In ons inspiratiemagazine Spaanse Steden stond een bijzonder afscheidsinterview met Ignacio Valle Muñoz, directeur van het Spaans Verkeersbureau in Nederland.


Directeur Ignacio Valle Muñoz

Valle kwam in 2020 naar Nederland om als directeur van het Spaans Verkeersbureau – onderdeel van Turespaña dat onlangs het 40-jarig jubileum vierde en daarmee een van de oudste promotiebureaus ter wereld is – leiding te geven na de zware Covid-tijd. Op de resultaten van de afgelopen jaren mogen hij en zijn team trots zijn; een recordaantal Nederlanders koos vorig jaar voor een vakantie in Spanje en het ziet ernaar uit dat 2025 een nog beter jaar wordt. Valle, die vloeiend Nederlands heeft leren spreken, keert in de zomer terug naar Spanje.


Lees het volledige interview hieronder.


Een dag terug naar Ávila

“Ik zal Nederland echt gaan missen. Ik heb hier een mooie tijd gehad en heel veel mensen leren kennen. Samen met mijn ervaren team hebben we een goed herstel na Corona gerealiseerd. Onze strategie is door de jaren gewijzigd. Spanje promoten we op een andere

wijze. We willen de toeristen stimuleren het binnenland te ontdekken. Dus de minder bekende steden en regio’s. En dat is goed gelukt. Ik ben daarom ook heel blij met dit magazine. De reisadviseurs en touroperators krijgen een goed beeld van steden die ze waarschijnlijk nog niet kennen en daarom wellicht ook niet verkopen. Terwijl ze echt de moeite waard zijn”, geeft Valle aan. Zelf wilde Valle voor het magazine graag een

artikel schrijven over zijn geboorteplaats Avila (lees onderaan het interview). “Ik hoop dat de lezers een goede indruk krijgen van ‘mijn’ Avila”.


Vuelta en meer

Tijdens zijn jaren in Nederland zocht Valle samen met zijn collega’s van het kantoor, dat al decennialang aan de Laan van Meerdervoort in Den Haag ligt, vooral naar samenwerking. “Ik geloof sterk in samenwerken en het verbinden van Spanje als bestemming aan specifieke initiatieven in Nederland. De fiets- en wandelbeurs, de Wereld Tapasdag en de viering van de Spaanse Nationale feestdag zijn daar voorbeelden van. Maar zeker ook het gerenommeerde Spaans Film Festival in het Tuschinski in Amsterdam.


Elk jaar nodigden we daar partners uit voor een hapje en een drankje in samenwerking met steden. Dit jaar Granada en vorig jaar Sevilla. Een hoogtepunt was voor mij de start van de Vuelta in Utrecht in 2022. Er werden drie etappes in Nederland verreden door Utrecht en

Brabant. Wij reden als Spaans Verkeersbureau mee in de reclamekaravaan. Dat jaar was het voor het eerst de ‘Groene Karavaan’, een wereldprimeur. De voertuigen in de karavaan waren geheel emissieloos (elektrisch of op waterstof) en er werden enkel duurzame gadgets uitgedeeld. Duurzaamheid is een steeds belangrijker thema geworden.”


Kwalitatief goed spoornetwerk

Dat duurzaamheid essentieel is voor Spanje als bestemming bewijst de voortdurende promotie van het Spaanse hogesnelheidstreinnetwerk. “We hebben denk ik het beste netwerk van Europa en ontsluiten steden efficiënt tegen voordelige tarieven. In dit magazine vind je er ook informatie over terug. Feit is dat we het vliegen tussen binnenlandse bestemmingen niet verder stimuleren. Je reist bijvoorbeeld per trein in

twee uur van Madrid naar Valencia. Waarom zou je het vliegtuig nemen? Aanvullend op snelheid focussen we ook op Trenes Turísticos. Prachtige treinreizen waarbij je voortdurend een wisselend landschap te zien krijgt.”


Workshops voor de branche

“Tot slot wil ik het succes van onze workshops benadrukken. We organiseren jaarlijks workshops met presentaties en speeddates in kleine groepjes met een mooi diner. De Spaanse partners die deelnemen zijn er erg enthousiast over. Op 2 oktober is er een workshop in Den Haag zo’n 15 vertegenwoordigers van steden, inkomende reisbureaus en toeristische bedrijven gespecialiseerd in stedelijk toerisme en themaroutes. Ik zal er niet bij zijn, maar mijn opvolger zeker!”


Blog: 'Een dag terug naar Ávila'

Na jaren in het buitenland gewoond te hebben, kreeg ik onlangs zin om Ávila, mijn geboortestad, opnieuw te bezoeken. Een plek die ik ooit als vanzelfsprekend beschouwde, maar die ik met nieuwe ogen wilde zien. Vanuit Madrid is het eenvoudig om deze middeleeuwse stad te bereiken. Op de website van Renfe (renfe.com) boekte ik mijn retourticket voor € 20,30 en ik nam de trein vanaf station Príncipe Pío, een charmant station met goede verbindingen. De reis duurt net iets meer dan anderhalf uur, en voert je door het mooie, glooiende landschap van de bergen tussen de provincies Madrid en Ávila.


Door het Castiliaanse landschap

Terwijl de trein Madrid achter zich liet, veranderde het uitzicht al snel: uitgestrekte vlaktes, zacht glooiende heuvels en af en toe een eenzame boerderij of een groep dennenbomen. We passeerden dorpen als El Escorial en Las Navas del Marqués, plaatsen die op zichzelf al een bezoek waard zijn, met kloosters en kastelen die als stille getuigen van het verleden in het landschap staan.


De stadsmuur als welkom

Zodra ik Ávila naderde, verscheen de beroemde stadsmuur aan de horizon, alsof deze mij persoonlijk verwelkomde. Deze indrukwekkende muur, gebouwd tussen de elfde en veertiende eeuw, is een van de best bewaarde middeleeuwse stadsmuren van Europa. Met haar 2,5 kilometer lengte, 9 poorten en 88 torens is ze niet alleen een verdedigingswerk, maar ook een symbool van de identiteit van Ávila. Door deze en andere unieke bezienswaardigheden van de stad werd Ávila veertig jaar geleden uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoedstad.

Ávila, Spanje
Ávila

Wandelen door de geschiedenis

Ik begon mijn bezoek dit keer met een wandeling over een deel van de muur. Het uitzicht was adembenemend: aan de ene kant het oude stadscentrum met zijn smalle straatjes en historische gebouwen, aan de andere kant het Castiliaanse landschap dat zich eindeloos uitstrekt. Ik voelde me even terug in de middeleeuwen, lopend over dezelfde stenen als mijn voorouders. Vreemd genoeg moeten we dankbaar zijn dat het stadsbestuur aan het eind van de negentiende eeuw krap bij kas zat. Door het gebrek aan budget werden deze muren destijds niet afgebroken, zoals in veel andere Europese steden het geval was. Met de gids op tijdreis

In de middag sloot ik me aan bij een gratis tour Ávila Monumental, georganiseerd door ‘Paraguas Rojos’ (paraguasrojos.com/avila). Onze gids, een enthousiaste jongedame, nam ons mee op een reis door de tijd. We liepen langs het klooster van Santa Teresa, gewijd aan de beroemde mystica Teresa van Ávila, en hoorden verhalen over haar leven, haar visioenen en haar invloed op de Spaanse religieuze geschiedenis. Ook kwamen we langs het Plaza del Mercado Chico, het historische hart van de stad, waar ze vertelde over middeleeuwse markten, volksfeesten en het belang van Ávila in het koninkrijk Castilië. We passeerden ook het Paleis van Polentinos, de voormalige academie voor militaire opleidingen, waar mijn vader, oorspronkelijk uit Ferrol (Galicië), mijn moeder (uit Ávila) ontmoette. We bezochten de kathedraal van Ávila, die als een fort aan de stadsmuur grenst, en kregen uitleg over de unieke combinatie van romaanse en gotische stijlen. De tour eindigde bij de Sint-Vincentiusbasiliek, net buiten de middeleeuwse stadsmuren.

Smaken van het verleden

Na zoveel indrukken was het tijd om te lunchen, dus besloten we te eten in de Parador de Ávila, gevestigd in een oud paleis dat grenst aan de stadsmuur. De sfeer is er elegant en rustig, met uitzicht op een tuin vol bloemen. Een aantal gerechten zijn geïnspireerd op de Sefardische keuken, een eerbetoon aan de joodse gemeenschap die ooit in Ávila floreerde. Ik proefde ‘berenjena con miel’ (aubergines met honing), ‘cordero con especias’ (lam met kruiden) en een heerlijke ‘almendra’ taart. Elk gerecht bracht herinneringen bij mij boven. Een laatste blik en een warm afscheid Aan het eind van de middag wandelde ik nog een keer door de stad, nu zonder gids, gewoon in mijn eigen tempo. Ik bezocht kleine winkeltjes met lokale ambachten en kocht wat ‘yemas de Santa Teresa’, een traditionele zoetigheid die me meteen aan mijn kindertijd deed denken. De doos heeft nog steeds de hiërogliefen met tekeningen en letters en muzieknoten waar ik als kind mee speelde om te ontcijferen. Toen ik terugkeerde naar het station om de trein naar Madrid te nemen, voelde ik me voldaan, maar ook een beetje melancholisch. Deze stad, die ik ooit verliet om in de hoofdstad te gaan wonen, is een wereld vol verhalen en schoonheid op zich. Wat een rijkdom, op iets meer dan anderhalf uur van Madrid. Ik kan het iedereen aanraden: of je nu een liefhebber bent van geschiedenis, architectuur of gewoon van rustige plekjes met een ziel — Ávila is een ontdekking die je niet mag missen.


bottom of page