Onze redacteur Laura Tenret maakte een reis door Maleisisch Borneo waar ze de wilde natuur van Sabah en Sarawak ontdekte. Lees hier haar reisblog.
Onontdekt en overgroeid met ongerepte oerwouden, waar stammen - koppensnellers in het verleden - diep in de jungle leefden. Borneo sprak altijd al tot mijn verbeelding. Tegenwoordig hoef je als bezoeker geen gifpijltje uit een blaaspijp meer te verwachten; de lokale bevolking is erg gastvrij. Tel daarbij de prachtige en wilde natuur op en je hebt een bestemming, weg van de gebaande paden, die wacht om verkend te worden door moderne ontdekkingsreizigers. En daar kwam ik tijdens mijn reis door het Maleisische deel achter.
Levendig Kuching
Ik vlieg met mijn man als reisgenoot naar Kuching in Sarawak, met onderweg in Singapore een stopover van een paar dagen. Kuching is levendig en ontspannen. Aan de Waterfront slenteren locals en toeristen langs (eet)kraampjes, terrasjes en restaurants. Vooral in de zachte avondlucht, wanneer iedereen elkaar ontmoet om omringd door lichtjes te eten aan het water, bruist het er van het leven. Vanuit Kuching is Bako National Park dichtbij. Per houten speedbootje komen we aan op een prachtig verwilderd junglestrand en tot onze knieën in het warme zeewater trekken we de boot het land op. In het park volgen we verschillende goed begaanbare trails, slingerend door jungle en moeras en gadegeslagen door neusapen hoog in de bomen.
Tip: “Adviseer een verblijf bij de locals door een overnachting in een homestay voor een authentieke ervaring.”
Heerlijke homestay
Een snelle draagvleugelboot brengt ons in 3 uur van Kuching naar Sibu. Aan boord zijn veel locals die met pakketten handelswaar onderweg zijn naar de markt in die stad. In Miri overnachten we in een homestay gebouwd op palen en midden in het regenwoud. Onze gastvrouw schotelt ons de beste beef rendang voor die ik ooit heb geproefd. In de eetkamer tussen de boomtoppen luisteren we genietend hoe het oerwoud om ons heen steeds luider wordt in de invallende duisternis.
Per propellervliegtuig komen we aan in Kota Kinabalu in Sabah, met kleurrijke en geurige markten. Buiten de hoofdstad hebben we een huisje aan het strand; we borrelen op de veranda met uitzicht op zee en ‘s nachts ruisen de golven ons in slaap. We kanoën naar een onbewoond eilandje voor de kust, wat op de terugweg door een ruige zee aardig doorpeddelen is. Snorkelen doen we bij de archipel van Tunku Abdul Rahman National Park, te midden van de locals en ontelbare kleurrijke vissen en schildpadden.
Wildlife spotten
Een beklimming van Mount Kinabalu moeten we helaas overslaan; het regent te hard. Het uitstapje naar het Sepilok Orangutan Rehabilitation Center maakt dat goed: we komen er oog in oog te staan met orang-oetans. Het begint met geritsel in de verte, onzichtbaar in het oerwoud. Boomtakken zwiepen en bladeren wijken uiteen: ineens is daar een groep oranje-bruine harige wezens, die zich op het platform laten zakken waar verzorgers van het rehabilitatiecentrum fruit hebben neergelegd. Babyaapjes klemmen zich vast onder hun moeder en enkele apen gaan zelfs op het hekje zitten om de mensen onverstoorbaar aan te kijken.
Tip: “Zet een bezoek aan het Sepilok Orangutan Rehabilitation Center altijd op het programma.”
Tijdens een bootsafari over de Kinabatangan-rivier spotten we vogels, apen, krokodillen en vliegende honden, maar een onvergetelijke ervaring is het verblijf in het Uncle Tan Wildlife Camp na de boottocht. Het afgelegen junglekamp is basic: we slapen met een ander Nederlands stel in een hut, matje aan matje, onder een muskietennet. Hoe bijzonder is het oerwoud ‘s nachts: in het licht van mijn zaklamp zie ik de ogen van de vreemdste wezens oplichten als ik over een boardwalk, tot mijn enkels in het getijdenwater, naar de wc waad. Met z’n vieren liggen we in het donker te luisteren naar de kikkers en het plonzen van ratten. Luxueuzer is onze nacht erna in het Sheraton-hotel in Sandakan: dat heeft een infinity pool op het dak.
Shrunken heads
Weer bij KK worden we in een cultural village ondergedompeld in de tradities van Borneo en wonen we traditionele dansvoorstellingen bij, proeven we lokale gerechten en zien we bungelende ‘shrunken heads’ van koppensnellers aan hutten. We shoppen nog in KK en vliegen via Singapore weer naar huis na een onvergetelijke reis, waarin we slechts een fractie zagen van wat Sabah en Sarawak te bieden hebben. Omdat we deze last minute planden, waren de beperkte vergunningen die nodig zijn om hoogtepunten als de grotten van Gunung Mulu te mogen bezoeken al maanden vergeven (vraag op tijd aan!). Maar wat we zagen en meemaakten, was een veelzijdig avontuur dat ons nog lang heugt.
Comments