Amerikaanse overheid verhoogt toegangsprijzen nationale parken voor buitenlanders

De Amerikaanse regering voert vanaf 1 januari een nieuw tarief in voor internationale bezoekers van populaire nationale parken. Buitenlanders betalen voortaan € 86 per persoon, een stijging die volgens critici het toerisme kan afremmen, terwijl voorstanders benadrukken dat de inkomsten noodzakelijk zijn voor onderhoud en behoud.

Nieuwe tarieven voor buitenlandse reizigers

Het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Zaken maakte bekend dat internationale bezoekers van onder meer Yellowstone, Grand Canyon en Glacier National Park vanaf het nieuwe jaar € 86 entree betalen. Ook de jaarpas voor buitenlandse voertuigen wordt fors duurder en gaat naar € 216. Amerikaanse inwoners blijven €. 69 betalen voor een jaarpas.Volgens het ministerie brengt deze zogeheten ‘America-first’-prijsstrategie de VS in lijn met andere landen die buitenlanders meer laten betalen voor toegang tot nationale attracties.

Zorgen bij ondernemers rond nationale parken

In toeristische regio’s klinkt bezorgdheid. Mark Howser, eigenaar van het Whistling Swan Motel bij Glacier National Park, vreest dat de hogere tarieven bezoekers ontmoedigen. Ongeveer 15 procent van zijn gasten komt uit het buitenland. “Dit is een gegarandeerde manier om mensen te ontmoedigen Glacier te bezoeken,” zegt hij.Ook touroperator Bryan Batchelder, actief rond Yellowstone, noemt de prijsverhoging aanzienlijk. Zo’n 30 procent van zijn klanten is internationaal. “Ze komen waarschijnlijk nog wel naar de VS, maar bezoeken ze straks nog de nationale parken?” vraagt hij zich af.

Belangrijke inkomsten voor onderhoud national parks

Voorstanders wijzen op de financiële voordelen. Alleen al in Yellowstone kan de maatregel jaarlijks € 47,5 miljoen opleveren voor het herstel van wandelpaden en verouderde bruggen, aldus Brian Yablonski van het Property and Environment Research Center. Een analyse van de organisatie voorspelt dat de hogere tarieven het bezoekersaantal met slechts 1 procent doen dalen.Wordt de toeslag landelijk toegepast, dan kan dit volgens Yablonski meer dan € 863 miljoen per jaar opleveren vanuit de circa 14 miljoen internationale bezoekers.

Internationale voorbeelden en bredere context

In veel andere landen is een prijsverschil tussen lokale en buitenlandse bezoekers gebruikelijk. Op de Galapagoseilanden betalen internationale reizigers € 173 entree, terwijl Ecuadoriaanse bewoners slechts € 26 betalen.

Kritiek vanuit parkmedewerkers en natuurorganisaties

Toch is er stevige tegenstand. Een coalitie van huidige en voormalige parkwachters stelt dat de hogere tarieven de toegankelijkheid ondermijnen. “Nationale parken moeten beschikbaar en toegankelijk blijven voor iedereen,” zegt Emily Thompson van de Coalition to Protect America’s National Parks. Ook de Sierra Club uit kritiek. Volgens Gerry Seavo James biedt het verhogen van entreeprijzen geen structurele oplossing voor de bezuinigingen op personeel en onderhoud. “Zonder echte ondersteuning riskeren we dat onze gemeenschappelijke natuurgebieden veranderen in speeltuinen voor de superrijken.”

Vooruitblik op 2026

Het Department of the Interior start in januari voor het eerst met het bijhouden van data over internationale bezoekers, om beter inzicht te krijgen in het effect van de nieuwe tarieven. Ondertussen blijft de discussie voortduren: zorgen de hogere kosten voor broodnodige inkomsten, of vormen ze een drempel voor internationale reizigers die Amerika’s meest iconische landschappen willen bezoeken?